Je komt binnen, gehaast, net te laat weggereden bij je bedrijf, lach op je gezicht. En zo zacht. Ik zie het direct. Je bent een zachte vrouw. 

Ik vraag je wat je hier brengt en je struikelt nog net niet over je woorden. Je wil eigenlijk zo snel mogelijk alles eruit gooien, lijkt het wel. Alsof de woorden een uitweg zoeken. Heb je haast? Zaten deze woorden al heel lang vast en verborgen? Wat is het? Dat zijn mijn eerste gedachten.

Het draait hard en goed en door

Je vertelt dat je oprichtster bent van een ontwikkel- en zorginstelling voor jongeren met een beperking en dat dit goed draait. Het is hard werken en je hebt een tekort aan medewerkers.

En jij? Jij draait ook goed en hard maar soms ook door, hoor ik. Want naast je functie als directrice heb je thuis ook een volwassen kind wonen die veel zorg nodig heeft. Niets doen is volgens mij geen optie voor jou.

Zou er niet meer aan de hand zijn?

Het zit in je bloed, zorgen voor een ander. Dat voel ik direct. Zeg maar gerust dat er vuur in je bloed zit, zo hard werk je. Maar het vuurtje brandt niet meer zo lekker. Je linkerbeen komt in opstand. Je ervaart uitstraling in het been van je lies tot je voet en de huisarts had je bijna naar de neuroloog gestuurd. Maar dat wilde je niet. Je wilde eerst naar de fysio. 

Ik vraag je naar je andere klachten. Je geeft aan al jaren niet meer goed te slapen Elke nacht word je om 4 uur ‘s nachts wakker. Je bent afgepeigerd, voelt een continue alertheid en ook klopt je hart zo snel. “Zou er niet meer aan de hand zijn?” vraag je je hardop af? 

Hoe wist je dat ik dit nodig had?

Zachtjes stop ik je woorden. Er zit nog zoveel meer in je maar voor nu zou ik eerst willen dat je hier echt aankomt. Op je stoel.

Ik vraag je je benen en voeten die je onder je hebt gekruld op de grond te zetten en je ogen te sluiten. “Adem maar in door je neus en zucht maar uit.” Daarna vraag ik je je aandacht naar je voeten te brengen. Je voelt je rechtervoet beter als je linkervoet. Met name de randen van je voet vallen je op. Het lijkt alsof je linkervoet nauwelijks de grond raakt. Onder begeleiding lopen we zo rustig en met aandacht je lichaam af. Ik begeleid je aan de hand van een zittende oefening. Als je ogen opent knijpen je ogen niet meer, en hangen je schouders. “Hèhè” zeg je, “Hoe wist je dat ik dit nodig had?” 

Gebruik eens een ander woord voor pijn

We gaan verder. Want de tinteling in je been blijft aandacht vragen. Ik merk op dat je graag het woord pijn gebruikt als je de last in je been beschrijft. Net zoals bijna iedereen dat doet. Het doet ook pijn. Toch vraag ik je een ander woord te gebruiken voor pijn. Andere taal aanboren wordt dat ook wel genoemd. Zodat er een ander neuraal weggetje wordt aangelegd wat ervoor kan zorgen dat het “pijnbrein” verkleint en er een nieuw ‘pijnvrij’ weggetje wordt aangemaakt zodat de prikkel die je pijn noemt zal dempen. Je kijkt me vreemd aan: “Het is toch pijn!”

Toch ga je mee op verkenning en geef je de volgende woorden aan de pijn: het voelt brandend, zeurend, warm, beweeglijk, als een streng. Allerlei nieuwe woorden voor je klacht komen rustig op tafel. En na een tijdje zeg je me dat je opmerkt dat de tinteling nu niet meer in de voet zit maar alleen nog tot aan de knie. Je kijkt me vreemd aan. “Dit kan toch niet?” 

Ik vind het een prachtig voorbeeld van hoe de samenwerking tussen brein en lichaam zichtbaar wordt. Beiden zijn zo hulpvaardig als je ze op de juiste manier inzet.

Ik kan toch niet niets doen?

De keer erna laat je me weten dat na een dag de uitstraling weer in je hele been zat. Allee heb je opgemerkt het wel afneemt als je even rustig gaat zitten en niets doet. “Maar ja”, lach je, “Ik kan toch niet niets doen.” 

Niets doen, hoe voelt dat? “Ja, dat kan ik dus niet.” “Ik kan trouwens ook geen boek lezen” zeg je. Ik vraag je om op de behandeltafel te komen liggen. Waarbij we eerst zorgvuldig je lijf verkennen nu je hier ligt niks te doen. Woorden als onrustig, opgejaagd, razende storm, ongrijpbaar, lang geleden en een vervelende kriebel van binnen deel je met mij. Deze informatie is belangrijk voor mij. Want dit is (een deel van) de oorzaak van de klachten. 

Niets doen en bewust met aandacht ademhalen 

Ik wil je helpen door je te laten focussen op je ademhaling. Het is geen ingewikkelde oefening, het gaat over niets doen en daarom best ingewikkeld. Je hoeft weinig te doen behalve bewust je aandacht te richten op je duimen en je wijsvingers die in een driehoekje rondom je navel zijn geplaatst. Met deze oefening word je bewust van je ademhaling en het op en neer gaan van je buik. Het voelt als een punt waar je je op kan focussen. Je doet je best, en zucht. Je raakt afgeleid, zeg je. Ik vind het mooi dat je dat opmerkt, want dan kan je ook weer je aandacht terugbrengen naar je ademhaling. 

Het doel van deze oefening is niet dat je de oefening direct “goed” doet, als dat al bestaat. Het gaat erom dat je met zachte aandacht, zonder jezelf te veroordelen omdat je afgeleid raakt, je aandacht weer terug weet te brengen. Na 10 minuten beëindigen we de oefening. Je bent opgelucht dat het erop zit. Wat een karwei was dat 10 minuten lang liggen en “niks” doen.

Elke dag 10 minuten gewoon liggen en niets doen

Thuis ga je er mee aan de slag. Ik lach. Ik zeg dat het niet per se hoeft, maar wel mag. Toch kom je de volgende keer met het verhaal dat je echt wel geschrokken bent van het inzicht dat 10 minuten rusten of richten op jezelf zoveel moeite kostte. Je besloot daarom toch elke dag 10 minuten te nemen om te liggen. Gewoon liggen. En dat naarmate de tijd verstreek je het bijna prettig begon te vinden.  En een mooie bijkomstigheid, je werd de afgelopen dagen om 06:00 uur wakker in plaats van om 6:00 uur. Wat een winst!

Hoe het nu gaat?

Ons traject zet zich nog voort. Maar wat een stappen maakt deze dame. Haar werkschema gooit ze om, ze leest ondertussen boeken en slapen gaat veel beter dan voorheen. De klacht waarvoor ze kwam, de uitstraling en pijn in het been, is bijna verdwenen. Ze herkent en erkent dat het vooral optreedt als ze te veel van zichzelf heeft gevraagd. En het mooie is, dat gebeurt niet meer zo snel. Ze is veel bewuster van haar grenzen, zowel fysiek als mentaal.  Mooi hè? En moet je nagaan dat ze bijna was doorverwezen naar de neuroloog..

Wil jij ook meer inzicht in je klachten? Neem dan contact met mij op. Benieuwd naar mijn andere blogs? Kijk dan hier.

Volg mij op Instagram
Volg mij op Facebook